Suppen in het wild!

Ook voor wie niet graag sport!

Er bestaan sporten die je niet het gevoel geven dat je aan het sporten bent. Suppen bijvoorbeeld. Je kunt tussenin een glaasje wijn drinken, je hoeft je niet per se in het zweet te werken, het valt te combineren met goeie gesprekken en je doet het in een rustgevend landschap. En als je toch te warm krijgt, spring je gewoon in het water. Suppen in het wild dus. Verslag van enkele memorabel retourtjes Damme-Sluis.

Eerlijk? Er is geen kunst aan. Je moet letterlijk alleen maar recht kunnen staan. Laat je niets anders wijsmaken, al de rest wijst zichzelf uit. En gaat het fout, dan is er geen man overboord, je bent gewoon nat en je ego is wat geschaafd. En daar heeft elk ego wel eens deugd van. Tijd dus om de veilige vijvers te verlaten en resoluut voor wild water te kiezen. Of eens echt lang suppen. Van Damme naar Sluis en terug bijvoorbeeld. Of 8 km suppen in het wild, lunchen in Nederland en dan 8 km terug . Grensoverschrijdend en al. Dat moet lukken. Toch? De beste avonturen blijken diegene die je niet overdenkt, dus toen de zon scheen en we met drie kompanen een lege agenda hadden, waren we weg.

"You are on your own en je trekt je plan."

De voorbereiding bestond uit een waterdichte zak waarin we een onkreukbaar jurkje propten. Genoeg voor een zomerdag met een gouden randje, zo een die je nooit meer vergeet en waar je het jaren later nog over hebt. Compleet met wat gesukkel bij de start, een zwanennest waar we wat bibberig voorbij voeren en enkele hindernissen. Want dat is het ding met suppen, het staat – in onze kontreien– nog in zijn kinderschoenen dus heb je constant een heerlijk guerrilla-gevoel. Je bent niet helemaal zeker of het wel mag en voorzieningen zijn er sowieso niet. En dat maakt het net zo leuk.  

zes mensen aan het suppen op de Damse Vaart

De glorieuze entrée

Na een verdiende dobberstop met wat gekoelde wijn (elke vriendinnenclub, hoe klein ook, heeft een partyplanner) arriveren we glorieus in Sluis. Of zo lijkt het in ons hoofd. Aanmeren aan de steiger en jurkje uit de waterdichte zak grissen om letterlijk geen 5 minuten later lunchklaar te zijn. De sympathieke pedalomens wiens steiger we mogen gebruiken, staat erbij en kijkt ernaar. ‘Komen jullie helemaal uit Damme? En moeten jullie ook nog terug?’ Dus ja, die cocktail smaakt. Dat het weer op de terugweg omslaat en we behoorlijk lang in de gietende regen moeten peddelen, maakt niets uit. Integendeel zelfs, die bui haalt wat zwoelte uit de lucht en geeft onze escapade nog meer luister. Dat de spieren van onze verbrandde schouders nog dagenlang zullen zeuren, nemen we er voor lief bij. Kortom, een avontuur dat smeekt om herhaald te worden.  

The Sequel, nog méér suppen in het wild

En zo vangt deel twee aan. Dit verhaal is ondertussen een eigen leven gaan leiden en de tijd heeft het aangedikt dus zijn met acht. Vier volwassenen, vier pubers. En al wie pubers rondlopen heeft, weet dat het feit dat je ze in beweging krijgt, veelzeggend is. Er hangt spanning in de lucht en deze keer zijn de omstandigheden net iets intenser. Er staat vijf beaufort dus gaan we voor de lightversie. We starten iets verder en kiezen voor eenrichtingsverkeer. Kwestie van het behapbaar te houden. The sequel heeft dan ook sportdagallures. Of vechten tegen de wind om vooruit te geraken. We beginnen elegant rechtop, maar al vlug zitten we op onze knieën en als we helemaal neer zitten, vangen we nog minder wind. Het ziet er minder cool uit, maar we gaan wel vooruit. Urenlang tateren is er deze keer niet bij, ieder focust op zijn eigen traject. En ook nu heeft dit hele gebeuren iets louterends. We suppen op die iconische Damse Vaart, tussen eeuwenoude ruisende populieren, kromgeblazen door de wind, en de rest van de wereld verdwijnt. Er is alleen dit moment. Ons panorama bestaat uit een felblauwe hemel, groene muren en kabbelend water. We klieven ons een weg door dat uitgepuurde landschap, ritmisch peddelend on repeat. Elke slag zindert na en zorgt voor weer een nieuw schouwspel in het water. En hoewel we vele kilometers alleen maar dit zien en beleven, blijven we ons in de armen knijpen.  

meisjes rechtopstaand op een sup

Do the limbo

De jeugd heeft een constante voorsprong en haalt toeren uit zonder ooit in het water te belanden terwijl Syl plots pardoes in de Damse Vaart ligt. Met haar roze jurk aan. ‘Ik weet niet eens hoe ik het gedaan heb?’ roept ze uit om meteen aan te vullen met ‘Het water is zaaaaalig! Ik zou willen zwemmen naar Sluis.’ Ondertussen proberen Matteo en Madeleine elkaar voortdurend uit evenwicht te brengen en blijven ze gek genoeg toch overeind. Conclusie: als je 14 bent, is je lijf opgetrokken uit core stability. We passeren tientallen waterlelies, zien ooievaars landen in hun nest en moeten limbogewijs onder de kabels van het fietsveerpontje. De wind gaat niet liggen, maar de genietfactor blijft intact. Wanneer we na ongeveer 2 uur de brug bereiken en om de hoek Sluis zien liggen, zijn we zowel blij als ontgoocheld. Content dat de strijd er op zit, maar eigenlijk had het nog wat langer mogen duren. De sympathieke pedaloman is opnieuw van de partij en ook deze keer mogen we aanmeren aan zijn privé-steiger. We halen frietjes, installeren ons in het gras met zicht op het water en nemen ons voor om dit avontuur te blijven herhalen tot we minstens 80 zijn.

Suppen in het wild praktisch

Geen eigen sup? Geen paniek! Bij A.S. Adventure en Decathlon kun je sups huren!

Suproutes? Op www.sport.vlaanderen vind je een achttal routes,variërend van 6 km op de Mandel tot 34 km op de Dijle. Maar je kunt ook je eigen tracé uitstippelen.

Waar mag je suppen? Suppen in het wild mag op alle bevaarbare binnenwateren van Vlaanderen. Weet dat de scheepvaart altijd voorrang heeft. Op www.visuris.be worden alle regels, verbods- en gebodstekens netjes opgesomd.

fotografie: Stefanie Faveere

error: Content is protected !!